RENOVATIE VAN EEN COTTAGE EN UITBREIDING MET EEN TUINPAVILJOEN

Woning F-O in De Pinte is het jaren ’50 huis waar oma woonde. De opdrachtgevers vielen voor de geschiedenis en de charme van het wit geschilderde huis. Het staat in een prachtige tuin met uitzicht op enkele oude bomen en een weide achteraan. En dit vlakbij Gent in hartje De Pinte. Door hier te komen wonen wordt een stuk familiegeschiedenis levendig gehouden.

Het oude huis werd dan ook met veel respect voor de originele architectuur aangepakt. Vooral energetisch en technisch moest er veel gebeuren om het huis naar de huidige standaarden te brengen. De gevelsteen werd volledig verwijderd, de buitenmuren werden geïsoleerd en voorzien van nieuw gevelmetselwerk. Het type gevelsteen, de metselwerkverbanden, de flagstone gevelplinten en het witte schilderwerk zijn conform het origineel. Enkele kleine aanpassingen in de gevels blijven door het reliëf verschil van 10 mm subtiel leesbaar. Het dak werd volledig gerenoveerd. Idem voor de vloeren waarbij het eiken visgraat parket naderhand werd teruggeplaatst.

Het bijgebouw – met keuken /bijkeuken / garage / berging – achteraan het huis, werd gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe leefkeuken. Dit is opgevat als een paviljoen dat zich openvouwt naar het landschap. Hier spreekt de architectuur een hedendaagse taal, geheel in dienst van het interieur en het landschap.

Van het voormalige bijgebouw bleven enkele muren in de tuin als een ‘ruïne’ overeind en werden zelfs de vloeren in baksteenklinkers en betontegels bewaard. Ze omschrijven een informele buitenruimte die bemiddelt tussen landschap en huis. Op de Kamado BBQ wordt gekookt voor vrienden en de terraskachel geeft ’s avonds warmte en sfeer. Buiten leven.

TUINWIJK

Het huis is gebouwd in 1951 door de Gewestelijke Maatschappij voor Kleine Landeigendom, als onderdeel van een tuinwijk met vrijstaande en halfopen woningen. De koopwoningen zijn gebouwd in eenzelfde stijl. De woningarchitectuur is tot in het kleinste detail (gevelopbouw, volumewerking, schrijnwerk, …) onderdeel van de totaalcompositie van de wijk. Daardoor heeft de buurt een sterke identiteit. De huizen waren gebouwd volgens het woonideaal van de meeste Vlamingen, de eengezinswoning met tuin op het platteland aansluitend bij het ideaal van de De Taeye-woning (de gesubsidieerde, private gezinswoning). De kwaliteiten van de tuinwijk zijn de uniforme bouwvolumes, met een grote eenheid qua materiaal en coloriet, de gerichte aandacht voor architecturale details en uiteraard de groene omgevingsaanleg met hagen, laanbomen, plantsoentjes, grasvelden,….

ARCHITECTUUR

De typische witte architectuur die wordt gekenmerkt door de witgeschilderde bakstenen woningen, in een poging om een meer modern ogende vorm van landelijk wonen te ontwikkelen, Deze architectuur sluit aan bij het algemene ideaalbeeld van de landelijke villa in het groen, die door architecten als Robert Schuiten werd gepropageerd, en die ook bepalend was voor de architectuur van de Nationale Maatschappij voor Kleine Landeigendom. Deze architectuur werd vooral toegepast in een meer landelijke context, vanuit een vertoog van streekeigenheid en organische integratie van de architectuur in het landschap. In realiteit vertonen deze wijken onderling een opvallende systematiek en eenheid qua architectuur en aanleg.

Bron: VAN HERCK K., VANDEWEGHE E., VERHELST J. 2016: Goed wonen voor iedereen: een rijke geschiedenis. Onderzoek naar de erfgoedwaarden van het sociale woningbouwpatrimonium in Vlaanderen, Onderzoeksrapport Onroerend Erfgoed 52, Brussel.